KC Utrecht 5 maart Winterreise
Winterreise van Franz Schubert
programma avond door Heins Willemsen en Dirk van Setten
Vrienden en vriendinnen,
In de vergadering van 5 maart a.s. zullen wij afscheid nemen van de winter. Heins, Jaap jan en anderen zullen enkele liederen uit Winterreise van Schubert ten gehore brengen. Dit is al eerder in onze kring gebeurd en daarom voor velen een reprise, voor anderen een kennismaking met dit meesterwerk.
Ik heb in 2007 een inleidend verhaal geschreven en dat voor deze gelegenheid een beetje aangevuld/aangepast. Ik stuur het hierbij, zodat u in de gelegenheid zult zijn het werk te plaatsen in tijd en samenhang. Hebt u geen gelegenheid het tevoren te lezen; geen bezwaar, de muziek is mooi genoeg. Ik zal die avond ook nog wat korte opmerkingen maken.
Met vriendelijke groet,
Dirk
Winterreise
van Schubert/Müller
DvS:23-02-’07 > 23-02-2019
Ik leerde Winterreise kennen door de vermaarde uitvoering van Fischer-Dieskau op een van mijn eerste LP’s. Heel mooi, maar meer vanwege de zanger dan door de muziek, of de tekst. De echte liefde voor dit werk kwam veel later. Op Curaçao in het bekende hotel Avila Beach bleek de Deense eigenaar een zeer kunstzinnig mens, die onder andere zingen als hobby heeft. Hobby is in dit verband een understatement, want hij zingt erg goed. Wij kregen van hem een CD van de Winterreise, waarop hij het hele werk zelf zingt, begeleid door een bekend Antilliaans componist en pianist. De Deen Nic Møller en de Antilliaan Wim Statius Müller weten de tekst en de muziek, vooral ook de begeleiding, zo’n verrassende impact te geven, dat ik direct verloren was. Jaren lang heb ik een cassettebandje in de auto gehad, dat ik bij voorkeur op lange, bij voorkeur nachtelijke, ritten afspeelde. Maar dat niet alleen. Gelukkig vond Ina het ook mooi, dus het mocht ook gespeeld worden als we samen reisden. Inmiddels hebben we ook andere interpretaties leren waarderen.
Het vervolg kwam bij Kiwanis; bij de eerste nieuwjaarsreceptie die we meemaakten (bij Sipke), werden we vergast met een optreden van enkele leden, waaronder Heins en Jaap Jan. Zij brachten ‘Fruelingserwachen’ uit Winterreise van Schubert. We spraken er zo nu en dan nog eens over en een paar maanden later kwamen Heins en ik elkaar tegen in het Concertgebouw, waar een uitvoering werd gegeven van Winterreise met orkestbegeleiding. Prachtig! Heins zei toen in zijn zo kenmerkende enthousiasme, dat we een keer een Winterreise-avond voor Kiwanis zouden moeten organiseren. En dat deden we, met Jaap Jan en Betty op 6 maart 2007. Op 5 maart 2019 mag er dan wel een herhaling volgen.
Waarom Winterreise? Winterreise is een meesterwerk; het is ook een indringend verhaal en het verveelt niet. U kent de bekende vraag. Als u naar een onbewoond eiland zou worden verbannen, welk boek, muziekstuk, of bedenk maar wat, zou u meenemen. Als ik die vraag zou moeten beantwoorden voor de muziek, zou Winterreise heel hoog scoren.
Klassiek of Romantiek
We hebben het bij dit soort muziek over ‘klassieke muziek’, maar dat begrip heeft meerdere betekenissen.
Klassiek in de betekenis van kwaliteitsgarantie, zoals ook bij auto’s e.a.: dat wat de tand des tijds heeft doorstaan. Klassiek ook in de betekenis van serieuze muziek in tegenstelling tot lichte muziek.
Klassiek specifiek in de muziek, vooral in de zin van muziek, die is gecomponeerd in de Klassieke periode, die loopt van ca. 1750 tot 1820. Dit is de stroming in de westerse muziekgeschiedenis tussen de Barok en de Romantiek. Belangrijke vertegenwoordigers zijn Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert. In hun composities grepen ze terug op de Klassieke oudheid met uitgangspunten als eenvoud, orde, evenwicht en harmonie.
Barok is Bach, Händel, Vivaldi, Telemann: Romantiek is Brahms, Wagner, Bruckner en Mendelsohn.
Schubert wordt ingedeeld in de klassieke periode, maar door sommigen ook in de romantische. Duidelijk is wel dat hij een overgangsfiguur is. Klassiek opgevoed, maar persoonlijk eerder een romanticus. Hij heeft zeker de romantici zeer sterk beïnvloed. Hij wordt wel aangeduid als de schepper van het romantische sololied, een kunst die veel navolging heeft gekregen.
Als onderscheidend criterium voor romantiek vinden we ook wel de wending van het primaat van het verstand als bron voor inspiratie naar het gevoel. Tegenwoordig weer actueel om een vermeend onderscheid tussen mannen en vrouwen aan te duiden. Vrouwen zijn van het gevoel, romantisch dus. Mannen niet, volgens de (toen) heersende leer. Vandaar de uitnodiging voor de dames deze avond.
Hoe zag de wereld er uit in 1827?
Winterreise ontstaat in de twintiger jaren van de 19e eeuw. Uit de overlevering weten we, dat we ons voor de eerste uitvoering moeten verplaatsen naar een herfstavond in Wenen in 1827. Schubert had de compositie net voltooid en gaf een voorstelling voor vrienden ergens in een huis in de stad. Schubert zong en begeleidde zichzelf aan de piano, een instrument dat toen nog niet zo lang bestond. Daarbij moet bedacht worden dat Schubert volgens de overlevering geen zeer begaafd pianist was, noch een groot zangtalent. Verder gold dat hij er slecht aan toe was en kort daarna is gestorven.
Het was een periode in de Europese geschiedenis, waarin belangrijke veranderingen tot stand kwamen. Wenen was in die dagen één van de belangrijke machtscentra. Oostenrijk was een omvangrijk keizerrijk, dat een groot deel van Midden Europa omvatte, maar ook aanspraken had op bij voorbeeld delen van de Nederlanden. Het eind van de 18e eeuw werd gekenmerkt door de Franse revolutie; het begin van de 19e eeuw natuurlijk door de acties en veldtochten van Napoleon. Zeer belangrijk was natuurlijk het Wener congres, dat onder leiding van de Oostenrijkse kanselier graaf Metternich, in 1814-1815 Europa op een andere wijze indeelde. Belangrijke spelers als Engeland, Rusland en Oostenrijk wisten er beter uit te komen. Tegen Franse ambities werd onder meer De Verenigde Nederlanden en Pruisen vorm gegeven, beide als Koninkrijk. Rusland kreeg Polen en Finland. Zweden kreeg Noorwegen, Denemarken werd erg klein.
De Turken (het Ottomaanse Rijk) zaten in Wenen niet aan tafel, maar speelden in het Oostenrijk van die dagen wel een belangrijke rol. Het waren buren, waarmee periodiek gevochten moest worden om ze buiten de deur te houden. Twee keer werd Wenen belegerd. In 1718 was een redelijk definitieve vrede gesloten in Pasorowitz. Daarna hadden ze meer ruzies met Rusland en met Perzië en Arabië, maar in de eerste wereldoorlog deden ze toch ook weer mee.
Landen als Duitsland en Italië bestonden nog niet in de huidige vorm. Oostenrijk verhinderde de totstandkoming daarvan. Een naam van een Oostenrijks machthebber is in die periode veeleer Metternich, dan dat de naam van een keizer tot de verbeelding spreekt. We kennen eigenlijk pas weer Franz Joseph I (vooral bekend van Sisi), die geboren in 1830, keizer werd in het roerige jaar 1848. De periode waarin Schubert leefde, was Franz II (als opvolger van Franz I) keizer van 1804 tot 1835. Daarna kwam Ferdinand I, die regeerde van 1835 tot 1848, toen hij werd afgezet. Beide keizers hebben de naam “zwak” te zijn geweest. Opmerkelijk is, dat na het Wener congres er weer een sterke voorkeur was voor koningen als staatshoofd. De Franse revolutie had wel veel ideeën opgeleverd, maar die waren nog geen algemeen aanvaard gedachtegoed. In 1848 ontstaan er in heel Europa volksopstanden, die al leiden tot verandering, maar we moeten nog tot de eerste wereldoorlog wachten tot de democratische republiek als meest voorkomende staatsvorm geldt in Europa.
De tijd waarin Schubert, en ook de tekstdichter Müller, leefden was ook politiek onrustig. Men moest bijkomen van de Napoleontische tijd, die veel veranderingen had gebracht. Metternich regeerde het keizerlijke Oostenrijk met straffe hand. Afwijkende of opstandige meningen werden niet getolereerd. Er zijn aanwijzingen, dat de gedichten cyclus ‘die Winterreise’ van Müller politiek geïnspireerd zou zijn. De actuele tijd werd ervaren als de winter en men hoopte op verbetering.
Müller
Wilhelm Müller (Dessau 7.10.1794 - 30.9.1827) is een Duits dichter, schrijver van reisverhalen en vertaler. Hij studeerde in Berlijn Filologie (vooral Grieks en Latijn) en was later leraar aan een gymnasium en bibliothecaris in Dessau. Zijn korte leven was echter enerverender dan dat alleen. Hij gaf gehoor aan een oproep van de Pruisische koning in 1813 om het land te bevrijden van het Franse juk. Dat bracht hem in de strijd tegen Napoleon, wiens leger in die periode terugkeerde uit Rusland. Later raakte hij geïnteresseerd in de strijd tussen de Grieken en de Turken. Hij was van plan naar Griekenland te gaan, maar kwam niet verder dan Rome, waar hij langere tijd verbleef en inspiratie opdeed.
Müller werd als schrijver vooral bekend door zijn Lieder der Griechen (1821-‘24) en zijn populaire Wander- und Müller Lieder. Schubert gebruikte deze gedichten voor zijn liederencycli Die Schönen Müllerin en Winterreise (Müller gebruikte het lidwoord ‘die’ in de titel, Schubert deed dat niet). Dit maakte ze wereldberoemd. Müller wordt veelal afgedaan als een middelmatig dichter, maar niet iedereen is het daarmee eens. Zo is bekend, dat Heinrich Heine een bewonderaar was van de eenvoud van zijn “Lieder”. Deze eenvoud heeft Müller ook bewust nagestreefd. Zijn belang komt voorts tot uitdrukking in de vele vertalingen die hij heeft gepubliceerd, o.a. van Shakespeare en Marlowe. Hij was ook een groot bewonderaar van Lord Byron. De opbouw van de cyclus Winterreise schijnt ontleend te zijn aan de wijze waarop Byon werkte; er ontbreekt een duidelijk verhalende mise-en-scene en de informatie over spelers en gebeurtenissen is karig.
Schubert gebruikte ook veel teksten van andere, beroemdere dichters, waaronder Schiller, Goethe, Klopstock, Dante, Scott en Shakespeare. Schubert heeft Müller nooit gekend, maar werd getroffen door zijn gepubliceerde gedichten, die hij toevallig onder ogen kreeg.
Müller heeft Die Winterreise in de jaren 1821/22 in twee delen geschreven en gepubliceerd. Schubert heeft eerst kennis genomen van de eerste versie (12 gedichten) en die op muziek gezet, maar heeft de cyclus later uitgebreid met de tweede reeks van opnieuw 12 gedichten. Hij heeft echter niet de volgorde van de liederen veranderd; Müller had dat wel gedaan in zijn laatste complete versie. Over de juiste volgorde van de liederen wordt veel gediscussieerd, maar voor dit moment is dat niet echt wezenlijk. Jan Rot, die 2008 een Nederlandse hertaling van Winterreise publiceerde, maakt er gewag van dat Schubert de liederen Nebensonne en Mut (22 en 23) van plaats heeft verwisseld, om een happy end te vermijden. Hij leidt o.m. daaruit af dat de cyclus door de muziek van Schubert een veel dramatischer, somberder karakter heeft gekregen dan bedoeld was (door Müller). Rot ziet vooral het melodrama van de tijdelijk door liefdesverdriet getroffen jongeling, meer zelfspot dan wanhoop. Ik neig ernaar die mening te delen. Misschien komt dat ook door de mij zo bekende uitvoering door Møller en Müller, waarbij de pianist een beetje caraïbische losheid in de begeleiding weeft
Müller heeft waarschijnlijk niet meer geweten, dat zijn gedichten door Schubert op muziek zijn gesteld. In elk geval heeft hij ze nooit gehoord. Hij stierf in het jaar waarin de compositie werd gemaakt. Het zou hem wel genoegen gedaan hebben, want hij heeft zelf over zijn gedichten opgemerkt, dat ze slechts een half leven leiden totdat muziek ze met een ademtocht tot het echte leven wekt: bis die Musik ihnen die Lebensadem einhaucht. Dat past bij de algemene opvatting in die tijd, dat gedichten (vaak al aangeduid als ‘Lied’) en muziek onverbrekelijk samen horen te gaan.
Ter vergelijking:
Goethe 1749-1832
Schiller 1759-1805
Heine 1797-1856
Byron 1788-1824
Wanderer
De “Wanderer” is in voor de voor de Romantiek karakteristieke eenling, die zich nergens in de wereld thuisvoelt en een door leven en dood voerende, eeuwige trektocht naar zijn Utopia onderneemt: “Dort wo du nicht bist, dort ist das Glück”. Bakens op zijn weg zijn de sterren, die de sterveling de weg wijzen naar de betere wereld.
Schubert
Franz Peter Schubert (Wenen 31.01.1797 – 19.11.1828) is een Oostenrijks componist, of misschien liever een toondichter; kreeg een brede algemene opleiding en les in zang, viool, piano en orgel. In 1808 werd hij opgenomen in de nog altijd bekende Wiener Sängerknaben, waar hij al snel concertmeester en plv. dirigent werd. Bij Salarieri studeerde hij compositie. In 1813 brak zijn stem en moest hij de Knaben verlaten. In dat jaar voltooide hij ook zijn 1e symfonie. Hij had geen zin om in dienst te gaan en werd hulponderwijzer bij zijn vader. Hij componeerde echter al vanaf zijn kindsjaren; toen hij 17 jaar was componeerde hij een algemeen als meesterwerk aangeduid lied 'Gretchen am Spinrade' op een tekst van Goethe. De wijze van toonzetting en begeleiding in ‘Gretchen’ is exemplarisch voor veel van zijn later gecomponeerde liederen, waaronder Winterreise.
Maarten ’t Hart, die in zijn recente boek over 'Mozart en de anderen' vergelijkend warenonderzoek heeft gepubliceerd over componisten, vertelt ons dat Schubert 1,55 m. groot was en dat hij die lengte deelt met enkele andere 'grote' componisten zoals Beethoven en Mozart, maar ook Brahms, Wagner en Mahler. Hij zegt niet dat klein zijn een voorwaarde is om een groot componist te worden, maar de kansen van kleintjes zijn wel aanzienlijk groter. Dat geldt ook voor kenmerken als geboren te worden in een kroostrijk gezin (bij voorkeur als een van de laatsten) en vroeg te sterven. Wie inderdaad vroeg sterft, moet dan natuurlijk wel een omvangrijk Ouevre nalaten om beroemd te worden. Volgens de theorie van Maarten was Schubert dus al bij voorbaat kansrijk. Maarten rangschikt Schubert ook in zijn top vijf van componisten, na Bach (eigenlijk buiten mededinging), Mozart en Beethoven; de vijfde plaats is niet echt duidelijk, maar vermoedelijk staat daar Spohr, die ik alleen ken van zijn bordje in het Concertgebouw. Ook over het sterven, of liever het naar de dood toeleven van Schubert en Mozart weet maarten ons interessante informatie te geven. Schubert was ziek en wist dat hij niet lang te leven had; Mozart overleed vrij plotseling. De late muziek van Schubert zou dan ook de aankondiging van de dood in zich dragen en dat vinden we onder meer in een liederen cyclus als Winterreise, maar vooral in het strijkkwintet in A groot, dat ik van harte kan aanbevelen, als u tenminste na vanavond met ons de schoonheid van Winterreise gaat waarderen. De muziek van Mozart zou zo’n aankondiging, volgens ’t Hart, niet kennen maar uit de film Amadaeus weten we, dat hij zijn Requiem als het ware voor zichzelf heeft geschreven.
Door vrienden als Mayrhofer en Von Schober kon hij zich geheel aan de muziek wijden. Hij woonde ook vaak bij vrienden en musiceerde daar in huiselijke kring. Tijdens zijn leven speelde zijn muziek geen grote rol in het openbare muziekleven in Wenen. Door Von Schober leerde hij de zanger Vogl kennen, die zich ging inzetten voor zijn liederen. Schubert is gekend als lyricus en dat hoort men in al zijn muziek.
Schubert leefde niet onder benarde omstandigheden. Zijn werk werd door het publiek gewaardeerd en hij verdiende als zelfstandige heel redelijk. Hij was een van de eerste grote componisten die het zich kon permitteren te werken en te leven zonder zonder zich te binden aan een opdrachtgever. Zijn teruggetrokken en schuchtere aard maakten hem echter ongeschikt voor openbare ambten. Hij bracht zijn hele leven door in Wenen. Alleen de zomers van 1818 en 1824 ging hij naar Hongarije, als muziekleraar bij de fam. Esterházys. Hij is ook in Wenen overleden en begraven (uiteindelijk op het Zentral Friedhof).
Ter vergelijking:
Bach 1685 - 1750
Mozart 1756 - 1791
Beethoven 1770 - 1827
Schubert 1797 - 1828
Schumann 1810 - 1856
Wagner 1813 - 1883
Brahms 1833 - 1897
Mahler 1860 - 1911
Werken
Schubert schreef in zijn korte leven erg veel muziek en ook vele soorten. Symfoniën (Tragische 4, Unvolendete 7, uit 1822), missen, ouvertures, kamermuziek, waaronder (strijk)kwintetten (zoals het bekende forellen-kwintet) en (piano)sonates, maar ondanks enkele pogingen geen serieuze opera. Wel vele liederen, meer dan 600, vermeld wordt 631. Ook op het grensvlak van lied en opera heeft hij geëxperimenteerd, zoals in “der Taucher”, naar een tekst van Schiller. Hij was de grootmeester van het lied en was een voorbeeld voor de romantische componisten als Schumann, Brahms en Wolff en, wat mij betreft ook Mahler.
Kenmerk van Schubert is toonsoortwisseling en overgangen van majeur naar mineur, toen nog niet erg gebruikelijk, maar kennelijk wel naar voorbeeld van Beethoven. In enkele van de liederen uit Winterreise komt die wisseling heel nadrukkelijk voor. Mineur staat dan altijd voor het koude en kille heden, majeur voor het aangename, zachte verleden.
Liederen
Liederen is dus de hoofdmoot van het werk van Schubert: te veel om ze allemaal te kennen. Anders dan Maarten ’t Hart, die als hij wordt getroffen door een componist onmiddellijk alles van hem wil horen en hebben, ben ik meer geneigd een werk dat me aanspreekt steeds beter te leren kennen.
Een van zijn vroege en bekende liederen is Heidenrösslein uit 1815 op een tekst van Goethe. Idem Erlkönig, een beroemde ballade. Prachtig getoonzet, maar in die tijd niet naar de zin van Goethe. Ik denk: te modern voor die tijd. Dat geldt misschien wel voor meer van zijn liederen. Ik vind, dat ze een vergelijking met liederen van Mahler heel goed kunnen doorstaan, maar je spreekt dan over een verschil van zo’n 80 jaar. Wintereise werd in aanvang door zijn vrienden ook niet zonder meer gewaardeerd. We kennen het verhaal van de eerste uitvoering in de kring van zijn vrienden. Men was over het algemeen niet enthousiast. Alleen Die Lindenbaum vond bijval. Terecht voor dat lied, maar ten onrechte met het oog op al die andere liederen van deze cyclus. De waardering kwam later, helaas na zijn dood en die van de dichter Müller. Schubert zelf schijnt gezegd te hebben: ‘dit is het mooiste dat ik heb geschreven; jullie zullen dat later ontdekken’.
Als onderwerp voor zijn teksten koos hij voor Mens, Natuur, dood en God. Deze onderwerpen worden van verschillende zijden belicht, maar zonder dramatische tegenstellingen. Hij slaagde erin licht en donker te schakeren in zijn liederen onder meer door de alternering van mineur en majeur, zoals hiervoor al aangegeven.
Zijn genialiteit en originaliteit als lied-componist komt het best tot uitdrukking in zijn drie lied-cycli Die schöne Müllerin (1823), Wintereise (1627) en Schwanensang (1828, het jaar van zijn dood). De laatste naam is overigens postuum verzonnen door zijn uitgever. In de cycli beoogt Schubert een poëtische en dramatische en wellicht psychologische eenheid te bereiken, meer dan een thematische eenheid, zoals die door latere componisten werd nagestreefd. Winterreise vind ik de mooiste en het meest geslaagd. Het meest een dramatische eenheid, ook al heeft hij de cyclus in twee delen geschreven en de volgorde van de dichter niet aangehouden. Op deze wijze heeft hij er een eigen werk van gemaakt, ook met een andere ‘lading’ dan het werk van Müller.
Een consistent, expressief en flexibel met de stemmingen van de tekst meegaand begeleidings-patroon is een van de grote verworvenheden van Schuberts nieuwe liedtype. In Winterreise heeft ook juist de begeleiding door de piano mij altijd zeer aangesproken. Het is bij uitvoeringen ervan de moeite waard te proberen zowel zang als begeleiding te volgen.
Winterreise (1827)
Josef von Spaun, een vriend van Schubert heeft beschreven hoe de cyclus tot stand is gekomen. Hij vertelt, dat Schubert in die tijd (1827) somber was en moe, uitgeput, aangedaan. Desgevraagd, antwoordde hij, dat hij druk was en dat ze spoedig zouden weten wat hem bezighield. Korte tijd later nodigde hij zijn vrienden uit bij Schober en speelde en zong hen de hele cyclus (‘einen schauerlicher Zyklus’) voor met ‘bewegter Stimme’. Hij maakte vooraf de opmerking dat hij benieuwd was wat zijn vrienden ervan vonden, want de liederen hadden hem meer gedaan dan ooit te voren. De vrienden waren na het horen van de cyclus getroffen door de sombere stemming ervan. Schober merkte op, dat hem alleen Die Lindenbaum beviel.
Hoe dan ook, deze liederen behoren volgens hem, met de thema’s afwijzing, vervreemding, eenzaamheid en met de “Sehnsucht nach dem trügerischen Trost durch den Tod, zu den trostlosesten” die Schubert ooit heeft geschreven. Dat verklaart misschien waarom slechts een kwart van de liederen uit Winterreise in majeur staat. Tegenwoordig zegt overigens niet iedereen hem dat meer na.
Schubert schreef in een prozawerk, genaamd ‘der traum’ over een gefingeerde persoon het volgende:
‘Met een hart dat vervuld was van eindeloze liefde voor degenen die haar versmaadden, trok ik naar verre streken. Vele, vele jaren zong ik liederen. Wanneer ik over liefde wilde zingen, veranderde die in smart. En wanneer ik over smart wilde zingen, veranderde die in liefde.’
Misschien is dit een aanwijzing voor hoe hij zich voelde bij het componeren en later zingen van Winterreise.
Deel deze post